Frans Boermans

Frans Boermans, op de foto hier rechts zie je Frans Boermans Junior samen met de kunstenares van het beeld Ann Hermans, schreef tal van bekende Venlose vastelaovesleedjes, in veel gevallen samen met zijn zwager Thuur Luxemburg en ook met Giel Aerts. Het eerste lied van het duo Boermans/Luxemburg was “Waat zoèl d’r in det fleske zitte?” in 1951. Daarna volgden er nog vele, die nu nog steeds worden gezongen tijdens het carnaval, niet alleen in Venlo, maar in heel Limburg. Enkele van zijn liedjes werden in het Nederlands vertaald, waarvan “Och was ik maar” het bekendste is. Liefst zes keer won Boermans met zijn liedjes het Limburgs Vasteslaovesleedjes Konkoer, de jaarlijkse wedstrijd waarbij het beste Limburgse carnavalslied wordt gekozen.

Frans Boermans zorgde er mede voor dat in de jaren ’80 van de vorige eeuw de Venlose revuetraditie nieuw leven werd ingeblazen. Zelf was hij verantwoordelijk voor 5 revues, waarvan zijn zoon Theu de regie voerde.

Ondanks het feit dat Boermans zelf helemaal niet graag in de belangstelling stond werd hij voor zijn werk vele malen gelauwerd: zo kreeg hij in 1971 de Cultuurprijs van de Filmkring Venlo en de Toon Hermans legpenning van de Bond van Carnavalsverenigingen in Limburg, werd hij in 1984 uitgeroepen tot “Venlonaar van het jaar” en kreeg hij in 1989 de gouden legpenning van de gemeente Venlo. Een dag voor zijn overlijden in 1999 ontving hij nog het ereteken “Limburger van verdienste” en postuum werd hij verkozen tot “Venlonaar van de eeuw”.

In 2004 ging zijn grootste wens in vervulling: een eigen volkstheater van en voor Venlo. Sinds de oprichting heeft het Volkstheater Frans Boermans 7 grote producties op de planken gebracht, waarvan de laatste twee in de in 2015 nieuw gebouwde Frans Boermanszaal van het theater De Maaspoort in Venlo.